De uitslag van de Grote Muziekenquête
In juni hebben we jullie lastiggevallen met al weer de derde VHV enquête. Na het studeergedrag en de zenuwen was nu de muzikale voorkeur van de PSO’er aan de beurt. Gedurende de zomervakantie heeft de enquêtecommissie zich over jullie antwoorden gebogen en er allerlei statistische theorieën op los gelaten.
De totale respons van de enquête bedroeg 53 ingevulde formulieren, verdeeld over 37 strijkers, 14 blazers en 2 slagwerkers. Iedereen bedankt die de moeite heeft genomen de enquête in te vullen en mee heeft willen denken met ons en de programmacommissie. In een apart kader staan alle vragen van de enquête nog eens opgesomd. Bij sommige vragen vroegen we naar een top drie. Tijdens het uitwerken hebben we besloten om deze prioriteiten alleen mee te nemen in de vragen 1,2 en 3. We hebben dat gedaan door gewichtsfactoren toe te kennen aan de respectievelijke antwoorden. Dat wil zeggen: antwoord 1 krijgt drie punten, antwoord 2 twee punten en antwoord 3 één punt. Bij de andere vragen bleek deze berekening niet echt noodzakelijk en kreeg dus ieder genoemd antwoord slechts één punt. De toevoeging strijker of blazer is zeer hulpvol geweest bij het begrijpen van sommige antwoorden, vandaar dat we daar soms ook gebruik van hebben gemaakt.
De enquêtevragen:
Bij de vragen 1, 2 en 3 is bij het uitwerken gebruik gemaakt van wegingsfactoren. Er werd namelijk om een top drie gevraagd. Een op de eerste plaats gegeven antwoord kreeg drie punten, het tweede twee punten en het derde één punt. De enquêtecommissie bestond uit de VHV-redactie: Joris Geurts, Geertje Kramer en Marcel Beckers. Met dank aan Marjo Jansen voor de hulp bij het uitwerken van de antwoorden. De resultaten en suggesties van de respondenten zullen aan de programmacommissie ter overweging worden doorgegeven. |
En dan volgen nu de resultaten:
1. Lievelingscomponist Niet iedereen heeft alle drie de plaatsen ingevuld (sommige mensen hebben slechts één favoriete componist). We hebben 52 eerste, 48 tweede en 46 derde plaatsen geteld. In het totaal geeft dit met de gewichtsfactoren dus 298 punten, verdeeld over 39 componisten. We geven hier alle genoemde componisten weer, met achter de naam: het aantal punten, het aantal keren dat een naam is genoemd en het percentage van het totaal aantal punten. Het kan dus voorkomen dat een componist weliswaar een gelijk aantal punten als een ander heeft, maar een minder vaak genoemd is. Componisten:
2. Droomsymfonie De antwoorden op deze vraag hebben onze muziekkennis soms danig op de proef gesteld. Zo werden wij erdoor geplaagd dat sommige muziekkenners onder de respondenten liever KV getallen (Mozart), Opus nummers (voor sommige componisten zelfs niet eens consistent) of gewoontebenamingen voor de symfonieën (de Blauwe, Schotse, Fantastische, Lente of Jupiter symfonie), terwijl wij gewoon volgnummers van de symfonieën willen hebben. Uiteraard hebben wij ons door al deze moeilijkheden heengeworsteld en zagen we zelfs in dat Dvoraks 5e symfonie (zoals vermeld op de partijen) toch echt dezelfde is als de vaker genoemde 9e. Opnieuw hebben we gebruik gemaakt van de weegfactoren (zie eerder in dit artikel) om voor iedere genoemde symfonie een puntenaantal te berekenen. Er werden 50 eerste keuzes, 51 tweede keuzes en 37 derde keuzes geteld. Dit geeft een totaal puntenaantal van 289. We zullen twee ranglijsten opstellen naar aanleiding van de resultaten van deze vraag. Eerst een top tien van symfoniecomponisten, daarna een top tien van favoriete symfonieën. Achter de namen staan opnieuw: het aantal punten, het aantal keren genoemd, het percentage van het totaal aantal punten. Symfonieschrijvers:
Symfonieën:
De grote opvaller bij deze vraag was Dvorak-9, voor sommige mensen toch nog vers in het geheugen. Zoals is te zien was dit tevens de enige symfonie van hem die werd genoemd.
3. Supersoloconcert Persoonlijk gezien vond de enquêtecommissie dit een van de leukste vragen, omdat hier pijnlijk duidelijk wordt dat strijkers en blazers qua smaak nogal van elkaar verschillen, iets wat we eigenlijk altijd al vermoedden, maar wat nu ook wetenschappelijk wordt bewezen. Maar voor we deze resultaten geven eerst de inmiddels gebruikelijke statistiek. Er zijn 43 eerste, 43 tweede en 30 derde keuzes geteld, samen goed voor een puntenaantal van 245. De top vijf van solowerken ziet er dan als volgt uit: Soloconcerten:
Het is duidelijk dat de soloblazers het in deze vraag afleggen tegen het strijkers- en pianogeweld. Dit wordt aardig geïllustreerd door de genoemde soloconcerten naar instrument te bestuderen. In de volgende lijst staan het instrument, het percentage van het totaal aantal punten en de punten uitgesplitst naar strijkers en blazers.
Een belangrijke conclusie van deze analyse is dat de solo blazersconcerten met name door de blazers van het PSO worden gesteund. Van de strijkers hoeven die werken het niet te hebben. Daarnaast is het opvallend dat strijkers en masse kiezen voor de vioolconcerten. De blazers daarentegen kiezen, wanneer ze het met hun eigen instrument niet kunnen zeggen, toch net iets meer voor een pianoconcert, dan voor de viool.
4. Ook een leuk liedje Op de vraag wat jullie naast de symfonieën en solowerken verder nog voor favoriete stukken hebben kregen we een stortvloed aan niet te sorteren werken over ons heen. Niet alleen ouvertures, en suites maar ook passies, liederen, missen, opera’s, balletten, musicals en requiems werden genoemd. We gaan dan ook niet al die stukken noemen, maar halen er enkele opvallende vaker genoemde stukken uit. Overige favoriete stukken:
Deze laatste componist verdient bij deze vraag overigens speciale aandacht. In totaal werd hij twaalf keer genoemd met verder o.a. Don Juan, Tijl Uilenspiegel, Vier Letzte Lieder, Also sprach Zarathustra en Tod und Verklärung.
Gezien de omvang van dit artikel, is het gesplitst. Klik hier voor het vervolg.
Door:
Marcel Beckers
© 1998 VHV, Eindhoven.