Nieuwe rubriek: Instrumentalisme
Deze term uit de filosofie betekent volgens Van Dale: “opvatting dat ervaring, kennis, wetenschap en moraal slechts middelen zijn om de werkelijkheid om ons heen te beheersen en te veranderen”. Da’s een hele mond vol, maar voor de gemiddelde VHV-lezer houdt het in dat het altijd wel leuk is om enige wetenswaardigheden te vernemen van de diverse instrumenten uit ons orkest.
Vandaag de eerste aflevering uit deze nieuwe rubriek. Via juffrouw Els van Basisschool “De Heidezandjes” kon de VHV-redactie beslag leggen op een audio-opname van de spreekbeurten in haar klas. Hieronder volgt een integrale weergave.
Hallo, ik ben Marjo en ik ben 9 jaar. Vandaag ga ik een spreekbeurt houden over de dwarsfluit.
De dwarsfluit.
De dwarsfluit is een instrument dat zo heet omdat je hem dwars voor je mond houdt, kijk maar:
Ze zeggen dat de dwarsfluit een houten blaasinstrument is, maar dat komt omdat ze heel vroeger (toen ik nog niet geboren was) van hout werden gemaakt. Maar nu zijn ze altijd van ijzer. De dwarsfluit is bedacht door meneer Böhm, het gekke is: je schijft “Böhm” maar je zegt “beum”.
De dwarsfluit is 67 centimeter lang en bestaat uit drie delen: de kop, het middenstuk en de voet. Voordat je gaat spelen moet je die eerst in elkaar zetten. Op de kop zit het mondstuk met de lipplaat. Daar blaas je niet doorheen, maar je moet er overheen blazen. Dan komt het middenstuk. Op het middenstuk zitten 13 kleppen. Met je vingers druk je maar op 5 kleppen. De andere bedien je met klepstangetjes. Soms kun je met 1 stangetje zelfs een paar kleppen tegelijkertijd indrukken. De meeste kleppen staan open als je er niet op drukt, maar vier kleppen staan dicht als je er niet op drukt. Het laatste deel van de dwarsfluit is de de voet. De voet is maar klein en heeft 3 kleppen.
Als ik tijdens de muziekles met mijn vriendinnetje Angelique zit te praten dan zegt de meester op de muziekschool altijd: je moet niet zo met je mond zitten kleppen!
De dwarsfluit heeft ook broertjes en zusjes. Je hebt de piccolo, die heet zo omdat dit Italiaans is voor “klein”. Je hebt ook de altfluit en de basfluit, en die zijn groter als de dwarsfluit. Het gekke is: ze hebben allemaal evenveel kleppen.
Ik vind dwarsfluitspelen heel leuk en ik oefen wel iedere dag. Ik ben grote fan van Berdien Stenberg en ik hoop dat ik later net zo beroemd word als zij. Mijn mama heeft al beloofd dat ze dan zo’n mooie Berdien-jurk voor mij zal maken.
Door:
Joris Geurts
© 1997 VHV, Eindhoven.