| Jaargang 8, Nummer 2 |
Marjolijn Sengers is al jaren recensent van het Eindhovens Dagblad en schreef ook over ons laatste concert. De VHV sprak met haar.
Hoe word je recensent, ik heb nog nooit een advertentie daarvoor zien staan?
“Ik heb ook nooit zo’n vacature gezien. Ruim 25 jaar geleden ben ik zelf naar de krant gestapt om te solliciteren. In die tijd schreef mevrouw de Jong Stolle alle recensies, en ik was het soms gloeiend met haar oneens. Zelf heb ik altijd een zeer uitgesproken mening over concerten. Gelukkig kon de krant nog wel iemand gebruiken.
Hoewel ik viool heb gestudeerd, is schrijven nu mijn hoofdbaan. Afgelopen seizoen heb ik meer dan tachtig recensies geschreven, dat is helaas niet voldoende om van leven. De helft van mijn tijd schrijf ik als journalist over allerlei andere onderwerpen, onder andere voor Plus Magazine en de Vereniging van Huismuziek.”
Is het een leuke baan?
“Het is geen luxe baantje, het is wel degelijk een vak. Maar een concert bezoeken blijft iets feestelijks, en ik vind het wel een voorrecht dat ik recensent ben.
Eigenlijk bereid ik me bijna nooit voor, alleen als ik de muziek absoluut niet ken. Het klinkt misschien blasé, maar ik kan bijna alles wel plaatsen.”
Hoe luister je naar een concert?
“Als recensent luister ik wel heel bewust. Ik kan de muziek niet zomaar over me heen laten komen, maar moet er iets van vinden. Inmiddels is dat mijn tweede natuur geworden. En het is een sport geworden om erachter te komen waarom ik er iets van vind, waarom iets me boeit of niet en waarom iets lekker klinkt of niet. Zeker als ik iets slecht vind, moet ik wel in de recensie goed kunnen motiveren waarom ik dat vind. Ik luister vooral of er muzikaal iets gebeurt in een stuk, naar de technische kant luister ik veel minder.”
En dan gelijk thuis opschrijven?
“Dat hangt ervan af of ik tijd en zin heb. Tegenwoordig haal ik de dead-line van de krant toch niet meer, want die is om tien uur ’s avonds, en ik sta pas om kwart over tien buiten.
Soms is het fijn ’s avonds te schrijven zodat je het kunt nalezen de volgende dag. Maar onder druk schrijven heeft juist het voordeel dat een stuk minder gestileerd over komt. Ik denk dat ik sowieso bondig schrijf en de lengte van een recensie ligt vast op 300 mm.”
Waarom bevatten recensies ook vaak toelichtingen op een stuk?
“Bedoel je mijn recensies? Ik vind dat ik relatief weinig informatie geef over stukken, andere recensies bestaan vaak uit driekwart informatie en slechts een kwart mening. Als ik over een stuk schrijf is het om mijn mening te onderbouwen. Zoals bijvoorbeeld bij Bruckner: dat stuk is zo’n kluif en juist extra moeilijk om boeiend te houden.”
Krijg je veel reacties?
“Ja, mijn recensies worden wel gelezen. Soms krijg ik brieven of e-mail, hoewel ik me afvraag hoe mensen aan mijn e-mail adres komen. Recensies schrijven is toch een solistisch vak: ik loop met een mening in mijn hoofd de zaal uit en schrijf dat thuis alleen op. Dan vind ik het prettig feedback te krijgen, ook als het geen leuke feedback is.
Het is voorgekomen dat mensen mij negeerden omdat ze bleken boos te zijn om iets dat ik geschreven had. Bel me dan op! Dan kan ik beter toelichten waarom ik een bepaalde mening heb. Soms heb ik een harde mening, maar ik heb nog nooit een recensie geschreven waar ik het zelf inhoudelijk niet mee eens was.”
En wat is je mening over het Philips Symfonie Orkest?
“Het PSO heeft een unieke plek onder de amateur orkesten in Nederland. Hoewel ik twijfel over het amateurgehalte van het orkest, met name bij de blazers.
Soms vind ik de programma’s te ambitieus. Ergens begrijp ik dat wel, maar vraag me ook af waarom. Ik hou enorm van muziek en wil het graag op de mooiste manier horen. Er is zoveel muziek die iets toegankelijker is, daar kun je als orkest ook verder in komen. Voor de musici zelf is dat waarschijnlijk ook veel leuker.”
“Tot slot een vraag aan het PSO: weten jullie eigenlijk wie ik ben? Ik denk altijd dat ik lekker anoniem in de zaal zit, maar misschien kent iedereen me wel na al die jaren. Ik ben in ieder geval niet te herkennen aan een groot notitieblok!”
We houden het zo! Dus elke overeenkomst tussen de tekening bij dit verhaal en de echte Marjolijn Sengers berust op louter toeval.