PSO Toelichtingen archief |
Maurice Ravel (1875-1937)Eind jaren twintig van de vorige eeuw had Ravel zijn naam als componist wereldwijd gevestigd met als gevolg dat vele jonge solisten hem smeekten een nieuwe compositie voor hen te schrijven in de hoop dat daarmee hun eigen carrière een vlucht zou nemen. Een van deze solisten was de pianist Paul Witt-gen-stein. Ravel besloot in te gaan op het bijzondere ver-zoek van Wittgenstein die tijdens de Eerste Wereld-oorlog op dramatische wijze zijn rechter-arm had verloren. Begin 1930 begon Ravel aan het Pianoconcert in D voor de linkerhand. In het najaar van 1929 was hij al gestart met zijn andere pianoconcert (in G), zodat Ravel begin jaren dertig tege-lijker-tijd zijn twee grote piano-con-certen com-po-neerde. Tournee Zodra hij zijn pianoconcert in G had voltooid, was het Ravels be-doe-ling om zelf de solo-partij tijdens een we-reld-wijde tour-nee te vertolken. Zijn gezondheid liet echter te wensen over zodat de tournee tot Europa werd beperkt. Ravel, die het werk wel dirigeerde, vertrouwde de solo-partij toe aan Marguerite Long, een beroemde Franse pia-niste die vanaf het begin het grote publiek had laten kennismaken met de werken van Ravel. Divertissement In een interview in de Daily Telegraph verwoordde de componist zijn intenties ten aanzien van het pianoconcert in G als volgt: "Het is een concert in de ware zin van het woord - ik bedoel dat het geschreven is in dezelfde geest als die van Mozart en Saint-Saëns. De muziek van een concert zou, volgens mij, luchthartig en briljant moeten zijn en geen diepzinnigheid en dramatische effecten moeten nastreven. Men zegt over enkele grote klassieke componisten dat hun concerten niet voor maar tegen piano zijn geschreven. Ik onderschrijf deze stelling volledig. Ik was van plan dit concert de titel Divertissement te geven. Het werd me echter duidelijk dat er geen enkele reden was dat te doen, omdat de titel Concert duidelijk genoeg zou zijn." Luchthartig briljant Ravels zeer brede muzikale interesse komt duidelijk in het pianoconcert in G naar voren. Naast een Spaans getint thema in het eerste deel, zijn het vooral jazzmotieven die het concert een luchtig karakter geven. Op een verbluffende manier weet Ravel in dit concert elementen uit de klassieke muziek, volksmuziek en jazz samen te smelten tot een, om Ravels favoriete artistieke lofuiting te gebruiken, waar 'divertissement de luxe'. |