| Jaargang 1, Nummer 4 |
In de cyclus 'Wat doet het bestuur zoal' is dit keer de penningmeester aan het woord. Het penningmeesterschap is de leukste funktie van het PSO-bestuur. Geen gestress rond concerten, maar lekker op een regenachtige zondagmiddag de administratie bijwerken. De tijden van de penningmeester zijn wel veranderd; aan de hand van een aantal, deels achterhaalde, statements zal ik enkele veranderingen schetsen.
"Penningmeester zijn is vooral met veel geld rondlopen." Dat is de laatste jaren sterk teruggelopen. Mijn beleid is om praktisch alles via de bank en de giro af te wikkelen en niet via de kas. Dit heeft namelijk drie grote voordelen: 1 de inkomsten en uitgaven staan meteen op papier, 2 de kans op fouten is veel kleiner en 3 het is veel minder werk.
"Als aan het eind van het jaar het kassaldo klopt ben je klaar." Neen, dan begint het vaak pas. Veel werk gaat zitten in allerlei verslagleggingen (BTW-aangifte, belastingaangifte voor uitbetalingen aan solisten, e.d.) en rapportages (jaarverslag, subsidie-aanvragen, e.d.)
"Je zit regelmatig de kas na te tellen." Neen, omdat bijna alles over de bank gaat, zit er maar een paar honderd gulden in kas. Nu controleer ik vaak het banksaldo en schuif ik geld heen en weer naar de giro of de spaarrekening om grote fluctuaties in inkomsten en uitgaven op te vangen.
"Je moet orkestleden vaak achter de broek aan zitten om geld te vragen." Dit is nog steeds gedeeltelijk waar, omdat enkele mensen daar nog steeds op wachten (wie de schoen past, ………..). Gelukkig zijn er steeds meer leden die via de bank betalen of een incassobriefje invullen, zodat ik het op die bekende zondagmiddag mooi kan verwerken.
Uit bovenstaande schets blijkt de ontwikkeling van kasbeheerder tot financieel manager duidelijk. Of het echt de leukste bestuursfunktie is, is een kwestie van aanleg en interesse. Maar als je enige administratieve gaven hebt, is het iets wat je graag voor dit fantastische orkest doet.