September 2002
 VHV Online
Jaargang 7, Nummer 1

Instrumentalisme: De Windmachine

De schaal van Beaufort De windkracht wordt op de voor iedereen wel bekende schaal van Beaufort aangeduid. Maar wat betekent nu een kracht 6 of 10, hierbij de omschrijvingen: 0. stil (concertzaal zonder hoesters)
1. flauw en stil (zelfde zaal met hoesters)
2. flauwe koelte (de violen zetten in)
3. lichte koelte (de celli zetten in)
4. matige koelte (de bassen zetten in)
5. frisse bries (de alten zetten in)
6. stijve bries (bladmuziek waait weg)
7. harde wind (publiek waait weg)
8. stormachtig (lessenaars vallen om)
9. storm (zelfs het koper wordt stil)
10. zware storm (Xander en Rock d'Opera)
11. zeer zware storm (het podium beweegt)
12. orkaan (de windmachine stort in)

In de parituur zal de componist de windkracht hebben aangegeven. Eventueel kan een snelheidsmeteraanduiding zijn gege-geven. In dat geval zal overleg met Erwin Krol moeten plaatsvinden over de interpretatie en het benodigde geluidsniveau.

Tenor windmachine Op de eerste Alpensymfonie repetitie hebben we al kennis kunnen maken met de windmachine, door Jules aangeduid als een tenor windmachine. Dit impliceert dus dat er meerdere soorten windmachines bestaan, en omdat de meeste lezers waarschijnlijk nog nooit een windmachine van dichtbij hebben gezien duikt de VHV eens in de wereld die WIND heet.

Er bestaan eigenlijk twee soorten windmachines, de commercieel verkrijg-bare en de huis-en-tuin doe het zelf wind-machines (zeg maar de Meteoconsult versie en de Pelleboer variant). De eerste soort is inderdaad zoals de naam al zegt een machine om wind mee te maken, en daar schijnt nogal wat vraag naar te zijn. Met name de mode-ontwerpers willen in hun presentaties graag wapperende haren en kleren. Maar om hiervoor nou de deur uit te gaan is wat onhandig met het natte Nederlandse weer en dus worden hiervoor windmachines gebruikt, in allerlei vormen en maten. Kenmerk van deze 'fans' is eigenlijk dat ze zo veel mogelijk wind met zo min mogelijk lawaai maken. Voor wie eens een wat grotere windmachine wil zien moet een langs de IJselmeerkust voorbij Lelystad rijden. Daar staat een lange reeks zogenaamde zeilsport-windmachines. Deze enorm grote windmolens zijn namelijk bedoeld om de zeilsporters op het IJselmeer, de Friese meren en de Waddenzee te voorzien van genoeg wind, op rustige dagen. Ook deze machines kenmerken zich door een minimum aan geluid, om omwondenden niet teveel te storen.

De tweede soort windmachines is juist bedoeld om het geluid van de wind voort te brengen, daar waar juist geen geluid van de wind binnendringt; in de concertzaal. Aangezien de markt voor deze apparaten zo klein is, er is slechts een beperkt aantal werken waar de componist wind voorschrijft, is een orkest aangewezen op het timmertalent van de voorzitter of orkestmanager. En dit levert de meest verschillende varianten windmachines op. De tenor windmachine die het PSO tijdelijk in leen heeft komt van het Brabants Orkest. In de loop van de repetitieperiode zal moeten blijken of dit apparaat voldoende windkrachtgeluid weet te produceren, en of we niet de bas, of zelfs subcontrabas windmachine van respectievelijk het Concertgebouw Orkest en de Berliner Philharmoniker kunnen gebruiken. Die laatste zal lastig worden aangezien op zaterdag 23 november a.s. de Berliner olv Bernard Haitink de Alpensymfonie in Berlijn speelt. Een spoedvrachtje van Berlijn naar Eindhoven zou dan tot een van de mogelijkheden kunnen behoren.

Tot slot nog even een plaatje van zo'n windmachine, voor wie nog niet goed achterom heeft gekeken naar het slagwerkpodium. Het onderstaand instrument is eigendom van de Taifun Symphony in Japan en vervaardigd van echt waaibomen hout!

door: Marcel Beckers
Instrumentalisme
Vorige artikel | Volgende artikel
Naar de vaste rubrieken in VHV Online
Inhoud VHV Online September 2002 | Colofon
© 2002 VHV, Eindhoven.