September 2002
 VHV Online
Jaargang 7, Nummer 1

VHV Dossier: Rien Frankenhuis en Hendriek van Nieuwenhuize

“We kunnen het orkest niet missen”

Dit is slechts een deel van het interview met Rien en Hendriek, dat volledig verschijnt in de papieren VHV.
Overige links...
VHV-Online van september 2002: 12 jaar bestuurslid

Hendriek van Nieuwenhuize en Rien Frankenhuis Vorig jaar zomer traden Rien Frankenhuis en Hendriek van Nieuwenhuize af als bestuursleden. Afgelopen juni keken ze, in een Thais restaurant, terug op hun 12 jaar in het PSO-bestuur.

Het Begin
Hendriek: "Drie maanden nadat ik in het orkest kwam werd ik al gevraagd voor het bestuur, als bibliothecaris. Ik kende Rien nog niet en werd aan hem voorgesteld door de toenmalige voorzitter Michiel de Veer." Rien zei: "Ik vind het prima als je in het bestuur komt, je hoeft maar twee dingen te onthouden: Ik ben voorzitter en je moet gewoon doen wat ik zeg." "Toen heb ik nog twee weken bedenktijd gevraagd!"
Na drie jaar bibliothecaris te zijn geweest ben ik door gezinsomstandigheden met het bestuur gestopt. Na een jaar niks heb ik Marlène een jaar lang als bibliothecaris vervangen. Daarna heb ik koren geregeld voor Mahler 2, 3 en The Planets en vervolgens ben ik een jaar bezig geweest met de voorbereiding van China. In 1996 zei Hans de Vries dat hij ophield als secretaris en hij vroeg mij hem op te volgen.
In het begin vond Rien mij lui en ik werd dan ook met alle k-klusjes opgezadeld. Destijds bracht Hans de kerststukjes langs bij de ereleden. Maar op mijn eerste vergadering werd gezegd dat de bibliothecaris de kerststukjes altijd rondbracht. Dus ik moest gelijk naar wildvreemde mensen toe."

Jubileum
Rien: "Voordat ik voorzitter werd in 1989 werd mij gevraagd om een cadeau te bedenken toen Louis Stotijn 25 jaar dirigent van de POV was en om 2 jaar later zijn afscheidsconcert te organiseren. Louis is een enorme vriend van mij, hij is zelfs getuige geweest bij mijn huwelijk.
Als cadeau bedacht ik een gastdirectie in een buitenland. De POV zou Louis' reis- en verblijfkosten betalen, maar ik moest een orkest vinden. Via de Cultureel Attaché van de Israëlische ambassade kwam ik met Dalia Atlas in contact. Zij vond het idee zo indrukwekkend dat Louis naar Israël is gegaan. Tijdens zijn afscheidsconcert heeft zij in Eindhoven gedirigeerd.
Daarna vroeg Michiel mij of ik concerten wilde werven, maar ik vond dat een bestuurstaak. Toen heeft Michiel blijkbaar in het bestuur gezegd dat het tijd werd een nieuwe voorzitter te kiezen. Elk bestuurslid mocht iemand noemen, en de meerderheid heeft toen Rien Frankenhuis genoemd. Zo ben ik voorzitter geworden."

Echte liefde
Na afloop van een concert in de Schalm heb ik de liefde aan Hendriek verklaard. Geheel onverwachts, dat had ik zelf ook niet gedacht. We zaten aan de bar in de kantine, Hendriek was in uiterste verwarring, maar met dit gevolg. Daarnaast had het orkest voor ons een enorme bindingskracht, niet alleen door het muziek maken, maar ook door het besturen. Het heeft altijd perfect geklikt. Hendriek vulde mij fantastisch aan en ik haar. Ik kon haar van alles vragen zonder dat ze boos werd."

Hendriek: "Naar buiten leek het of Rien en ik altijd als twee-eenheid optraden, maar ik bestrijd dat echt."
Rien: "We waren het vaak niet met elkaar eens. Sterker nog, ik heb haar vaak aangevallen als ze mij niet steunde in het bestuur. Er is ons verweten dat we een blok vormden. Maar vaak moest ik knokken om haar te overtuigen, nog steeds is dat zo."
Hendriek: "Ik hoef Rien ook niet te steunen, ik vind wat ik vind. Ik volg niet blindelings. Zo'n blok werd door anderen natuurlijk ook alleen maar bij een eensluidende mening ervaren.

Rien Frankenhuis en Hendriek van Nieuwenhuize Vals koor
Rien: "Dit jaar is het dertig jaar geleden dat ik lid ben geworden. Er zitten mensen in het orkest die mij mijn hele leven gevolgd hebben: eindexamen middelbare school, militaire dienst, artsenexamen, trouwen, scheiden, die mensen zijn mijn moeders geworden! Toen ik in de POV kwam heb ik één keer in het Concertgebouw gespeeld, tijdens een congres van IBM. Dat was een feest! En behalve een concert in Luik is het orkest alleen blijven hangen in het Philips Ontspannings Centrum (voorganger Muziekcentrum -redactie) en een paar scholen in Boxtel en Tilburg. De reden dat ik zo fanatiek met het orkest aan de gang ben gegaan was een uitje naar Leiden, waar we Brahms' Requiem speelden. In de bus hoorde ik mijn 'moeders' klagen: "Het is helemaal niet meer leuk, vroeger gingen we nog wel eens een keer naar het Concertgebouw, nu spelen we alleen maar in een school of met een vals koor. We gaan uit het orkest!"
Daar heb ik me aan vastgehouden. Dit orkest moeten we opbouwen en we moeten de kwaliteit verbeteren. Die moeders waren mijn referentiepunt: als zij zaten te genieten was het goed."

Vier doelen
Rien: "Vanaf het begin had ik vier doelen voor ogen: een concertreis naar het buitenland, spelen in grote zalen als het Concertgebouw, het aanhalen van de band met Philips en het produceren van cd's. In mijn tijd zijn er acht heel acceptabele cd's geproduceerd: Mahler 1, 2, 3, en 5, Sjostakovitsj 5, Berlioz Requiem, Verdi Requiem en Tsjaikovsky 5. Die producties heb ik geleid, ik legde het contact met de platenmaatschappij en liet het boekje drukken. Ik bepaalde de oplage zodanig dat het nooit verlies voor het orkest heeft opgeleverd. Wat is er nou leuker dan dat je mensen een cd kunt aanbieden van je eigen orkest?"

Vriend
Rien: "Jules was mijn beste vriend, één van de meest intieme vrienden die je maar kunt bedenken. Zeker in de beginperiode konden wij niet los van elkaar bestaan. Net als bij voetbal: een van beiden zette de bal voor, de ander trapte hem in. We waren allebei ambitieus en vulden elkaar fantastisch aan, de een artistiek en de ander zakelijk. Jules had goede ideeën voor originaliteit, show en muzikaliteit, ik had het zakelijke inzicht en de bravoure om het aan te durven. We waren aan elkaar gewaagd. Dat heeft heel lang heel goed stand gehouden."

BLUFFEN, BEVLOGENHEID EN KWALITEIT
Rien: "Met deze vereniging heb ik hele enge dingen gedaan. Gewoon het Concertgebouw afhuren op voorwaarde dat de zaal vol zou zitten, anders mochten we nooit meer komen. Om het Concertgebouw te overtuigen stuurde ik de enige goede opname die we van het orkest hadden op, terwijl deze niet representatief was voor ons orkest. Ik durf te bluffen omdat ik de bravoure heb te denken dat ik het voor elkaar krijg. Met Japan was dat dus niet zo. Thailand is ook nog wel spannend geweest, dat was een prestigeslag. Als dat ook niet was doorgegaan had ik mezelf bij wijze van spreken opgeknoopt. Zo sterk neem ik zo'n opdracht wel. Je hebt die bevlogenheid ook nodig om een functie als voorzitter te kunnen uitvoeren."
Hendriek: "Ik was volgens mij net zo bevlogen. Ik wou graag dat het goed liep in het orkest, dat ik daar mijn steentje aan kon bijdragen. Ik heb veel aandacht gehad voor het verenigingsleven. Je kunt niet verwachten dat iedereen net zo bevlogen is. Soms kun je dat makkelijk accepteren, soms moeilijk en soms helemaal niet. En het luktal helemaal niet als jij je ergens in hebt vastgebeten en anderen je afremmen."
Rien: "Door de bluf werd de druk steeds groter omdat ook de financiële belangen steeds groter werden. De spanningen namen toe en het ging steeds meer tijd kosten. Meer projecten betekent meer werk voor zo'n klein bestuur."

Oncollegiaal bestuur
Rien: "Er is mij wel eens oncollegiaal bestuur verweten, maar ik heb altijd netjes gedelegeerd. Ik hield wel overal een vinger aan de pols, dat zag ik als taak van de voorzitter. Maar dat wil niet zeggen dat ik alles zelf wilde doen."
Hendriek: "Hij moest dat ook leren. In de beginjaren had Rien een idee al helemaal zelf uitgewerkt. Dat presenteerde hij dan op een bestuursvergadering , maar wij hadden dan geen tijd om erover na te denken. Daar werd hij dan ongeduldig van."
Rien: "Alle bestuursleden werkten keihard. Mensen zeiden dat ik veel deed, maar het viel eigenlijk wel mee. Alle andere functies deden vaak veel meer. Iedereen werkte zich kapot, men was heel solidair."

Kwaliteit in de vereniging
Rien: "Het is alleen gezellig wanneer je samen op een hoog niveau muziek maakt. Je kunt het ook omkeren: we maken het eerst gezellig en kijken daarna of we ook muziek kunnen maken. Maar ik vind dat kwaliteit voorop staat. We eisten dat mensen op een studieweekend er moesten zijn. Iedereen vond dat natuurlijk een inbreuk op het privé- leven, maar als mensen er eenmaal waren vonden ze het geweldig. Daarom organiseerde ik een studieweekend en buitenlandse reizen om een geheel van het orkest te maken."
Hendriek: "Van een vereniging wordt het orkest steeds meer een project-orkest. Als je vroeger een concert niet kon zat je daar heel erg mee. Nu kijkt iedereen eerst in z'n agenda of het wel uitkomt of hij/zij een concert wel of niet meedoet. Het verenigingsbelang wordt steeds vaker ondergeschikt aan het eigenbelang en dat vind ik jammer. Semi-professionaliteit hoeft immers niet ten koste te gaan van de vereniging!"
Rien: "Sommige mensen doen wel mee, maar komen uit principe de eerste paar repetities van een nieuw programma niet opdagen. Ik snap dat niet."

Mijn mensen
Rien: "Je hebt gedrevenheid nodig om iets te bereiken en ik ben me ervan bewust dat sommige mensen dan een hekel aan je krijgen. Zo verbood ik alcohol te drinken voor een concert. Zulke beslissingen leverden veel weerstand op, maar ik denk dat mensen mij achteraf toch gelijk gaven. Er was weerstand tegen concerten als bijvoorbeeld Berlioz in Den Haag, of 50 jaar Israël, of Dortmund. Achteraf vond iedereen dat toch leuke concerten. Toen we bij 50 jaar Israël achter een gordijn moesten spelen lag ik bijna te rollebollen met de organisatie. Dat gevecht verloor ik dan, oké, maar ik vocht wel voor mijn zaak. Ik vocht voor MIJN mensen. Dat klinkt wat naïef, maar het orkest was mijn alles. Ik zorgde dat er eten was, dat de vegetariërs hun vegetarisch eten kregen, dat de orkestleden een kopje koffie kregen als ze aankwamen, of iets te eten tussendoor, dat was belangrijk. In elk contract dat ik heb gemaakt liet ik dat soort zaken vastleggen."

Het sociale gevoel in de vereniging
Hendriek: "Ik denk dat ik een belangrijke sociale rol in het bestuur heb vervuld. Bij geboortes of huwelijken ging ik persoonlijk langs. En als ik dacht dat het met iemand niet goed ging, belde ik op en bleek dan ook vaak gelijk te hebben. Die instelling komt misschien voort uit het feit dat ik een domineesdochter ben. Van huis uit heb ik een groot sociaal gevoel meegekregen, altijd open staan voor anderen. Het zit in mijn genen. Nu doe ik het nog, ook al ben ik geen bestuurslid meer, ik kan het namelijk niet laten.
Hans de Vries heb ik jarenlang gehaald en gebracht naar de repetitie, Riek vd Donk haalde ik op voor onze concerten in het Muziekcentrum (haar arm is te kort om het kaartje uit de automaat te trekken bij het binnenrijden van de parkeergarage) : ik heb anderhalve meter speculaas van haar gekregen als dank."
Rien: "Op dezelfde manier heb ik veel recepten geschreven voor het orkest. Met een koffer vol medicijnen ben ik naar China en Thailand gegaan, die kwam helemaal leeg terug. Op de laatste dag had ik zelf iets nodig, toen moest ik naar de apotheek want ik had het niet meer, ik had het allemaal weggegeven. Nog steeds schrijf ik recepten uit als mensen het vragen, gewoon gratis, dat doe je toch gewoon? Ik vind het leuk dat men dat vraagt en dat ik iets voor de mensen kan betekenen."

door: Raoul Bonnet.

VHV Dossier Vorige artikel | Volgende artikel
Naar de vaste rubrieken in VHV Online
Inhoud VHV Online September 2002 | Colofon
© 2002 VHV, Eindhoven.