| Jaargang 6, Nummer 5 |
De rubriek Instrumentalisme was oorspronkelijk opgezet om de instrumenten uit ons orkest te bespreken. Men denke hier aan wetenschappelijke analyses betreffende het aantal meters dat een strijkstok aflegt tijdens de Alpensymfonie, of het aantal kubieke meters lucht dat Ries nodig zal hebben voor de november-uitvoeringen. Maar deze kolommen worden vaker gevuld met minder courante instrumenten zoals de Cimbasso en de Ophecleïde. Ook ditmaal een exemplaar uit het rariteitenkabinet: de Flatofoon.
De geestelijke vader van de Flatofoon is de bekende stripfiguur Guust Flater. Naast zijn vele andere kwaliteiten is hij een begenadigd musicus: sensueel op de gitaar, melancholisch op de trombone en kolderiek op de trompet. Maar het werd hem snel duidelijk dat deze instrumenten hem niet de gewenste muzikale expressie konden bieden.
Daarop volgde een periode van acoustische experimenten om o.a. de ideale klankkast te bereiken. Het resultaat werd de flatofoon. De flatofoon wordt vervaardigd uit een door termieten uitgeholde stronk van de Australische Eucalyptusboom. De flatofoon is hierdoor verwand aan de Digeridoo. De snaren worden bevestigd tussen klankkast en hals. Vooral het aanbrengen van de eerste snaar vergt de nodige krachtinspanningen. Sinds zijn ontstaan is de flatofoon ongewijzigd gebleven. Wel kan het aantal snaren variëren.
De klank is moeilijk te omschrijven, maar het klink ongeveer als Toowinnngtrrr, Trrraoooing, Gaoowtrrromf, Wwaooooo. Kadllainktr, Tooooooowoooooooooowo, Ooinnngtrrr, Door deze veelheid van kleur-schakeringen leent het instrument zich voor performances in maritieme, rurale en nocturne omgeving.
Stadspubliek blijkt echter minder gecharmeerd te zijn van straatoptredens van de flatofoon. Improvisatie is altijd een speerpunt tijdens de flatofoonconcerten. Derhalve zijn er nog weinig composities voor het instrument verschenen. Toch hebben gerenommeerde componisten als Adams, Britten, Martland en Kagel de muziekliteratuur verrijkt met sonates voor flatofoon-solo. Kagel heeft zelfs een werk voor ensemble geschreven. Iets voor het volgende PSO-in-kleine-bezetting?